Aan Claude Debussy’s brein ontsproten zoveel ideeen en motieven dat hij zijn eigen creativiteit niet altijd bij kon benen, en veel werken nooit het schetsstadium zijn ontgroeid. De Britse musicoloog Robert Orledge besloot deze onvoltooide composities te verzamelen en reconstrueren in de geest van Debussy. In samenwerking met de Franse pianit Nicolas Horvath ontstond daaruit The Unknown Debussy: Rare Piano Music, een verrassende cd die bijna geheel iut premiereopnamen bestaat. Sommige van deze werken zijn Preludes oublies waarmee het album opent, terwijl opera- en ballet- fragmenten zoals No-ja-li (Le palais du silence) en A Night In The House Of Usher pianotranscripties zijn van onaffe, door Orledge voltooide orkestwerken. Slechts twee van de preludes op de cd, een onbekende eerste versie van Bruyeres en La fille aux cheveux de lin, zijn geheel en ongewijzigd van Debussy’s eigen hand. Horvath spelt iets steviger en statischer, minder fluweelachtig en’stromend’ dan zijn IJslandse college Vikingur Olafsson op diens recente Rameau-Debussy-album. Vooral in de theatrale werken, waarvan Orledge grote delen heft ingevuld door middle van variatie op gegeven motieven, is het pianospel soms virtuoos en hoor je een echo van Franz Liszt. De geaffecteerde, opgewonden Franse stem van Florient Azoulay tussendoor is dan wat veel van het geode. © 2020 Pianist (Nederland & Vlaanderen)

Het onderzoek van de Engelse musicoloog, Robert Orledge naar Debussy’s onbekende schetsen en ontwerpen resulteerde tussen 2006 en 2018, in het reconstrueren en arrangeren van talloze verloren composities, waarvan de pianoversies door Orledge hier hun première-opnames beleven.

Onbekende versies van beroemde stukken zoals “La Fille aux cheveux de lin” en een ongebruikte beweging van “Le Martyre de Saint Sébastien” verschijnen hier naast bv. de onbekende maar extatische “Prélude de l’Histoire de Tristan”. Dit uniek programma bevat ook de suite met verteller, “No-ja-li” (“Le Palais du Silence”) naar George de Feure (1868-1943) , verteld door Florient Azoulay. In 1913 schreef de kunstschilder, graficus en industriële kunstontwerper van Nederlandse komaf, George de Feure, twee manuscripten voor een ballet waarvan de muziek gecomponeerd zou worden door Debussy en Maurice Ravel.

De jonge Debussy liet verschillende symbolistische opera’s en muziek bij toneelwerken onvoltooid, de opera’s “Hélène” (1881), naar Leconte de Lisle, “Diane au bois” (1881-1886) en “Hymnis”, beide naar Théodore de Banville (1882), “Salammbô” 1885, naar Gustave Flaubert en “Rodrigue et Chimène” (1890-1893) op een libretto van Catulle Mendès. Later volgden “La tragédie de la mort” (1899), muziek (Berceuse) bij het toneelstuk van René Peter (1872-1947), “Le Diable dans le beffroi” (1902-1911), naar Poe’s “The Devil in the Belfry” en “La Chute de la maison Usher” (1908-1917), naar Poe’s “The Fall of the House of Usher”, “Psyché” (1913), muziek bij het toneelstuk van Gabriel Mourey (verloren gegaan), en “No-Ja-Li ou Le palais du silence”, Chinees ballet uit 1914.

“L’enfant prodigue” is een scène lyrique of cantate in één bedrijf op tekst van Édouard Guinand (1838-1909). De cantate ging in première in Parijs in juni 1884 als onderdeel van de Prix de Rome voor compositiecompetitie, die met dit stuk aan Debussy werd toegekend met 22 van de 28 stemmen. De prijswinst leverde Debussy een studiebeurs op voor de Académie des Beaux-Arts, waaronder een vierjarige residentie in de Villa Medici, de Franse Academie in Rome, om zijn studie voort te zetten (1885-1887). “Rodrigue et Chimène” is een onvoltooide opera in drie bedrijven.

Het Frans libretto van Catulle Mendès is gebaseerd op de toneelstukken “Las Mocedades del Cid” van Guillén de Castro y Bellvís en Corneille’s “Le Cid”, over de legende van El Cid (Rodrigue in de opera). Het werd voor het eerst opgevoerd in een versie die door Edison Denisov op 14 mei 1993 in Lyon werd voltooid. De versie van 1907 werd samengesteld met de hulp van André Caplet en de première van deze versie vond plaats op het Sheffield Music Festival in 1908, onder leiding van Henry Hout. Debussy en Durand tekenden in november 1913 een contract voor het ballet “Le Palais du silence” (No-ja-li) voor een uitvoering in Londen, maar het ballet werd nooit gecomponeerd.

“Le Martyre de saint Sébastien” is een muzikaal mysteriespel in vijf akten op tekst geschreven in 1911 door de Italiaanse auteur Gabriele D’Annunzio, die destijds in Frankrijk woonde. Het mysteriespel was ontworpen voor de danseres Ida Rubinstein. Debussy’s bijdrage was een grootschalige partituur voor orkest en koor, met solo zangpartijen (voor een sopraan en twee alten). Debussy accepteerde de opdracht in februari 1911. Een deel van het materiaal werd georkestreerd door André Caplet. De première bestond uit decors en kostuums ontworpen door Léon Bakst, regie door Armand Bour en choreografie door Michel Fokine. Het orkest stond onder leiding van André Caplet en Désiré-Émile Inghelbrecht leidde het koor.

“Le diable dans le beffroi” is een onvoltooide komische opera in één bedrijf op een eigen libretto, gebaseerd op Edgar Allan Poe’s kortverhaal “The Devil in the Belfry”. Debussy’s scenario voor de opera dateerde van augustus 1903. De componist gebruikte wat muzikaal materiaal uit de opera voor een kort pianostuk, Morceau de concours, gepubliceerd in januari 1905. In 1908 scoorde het Manhattan Opera House een groot succes bij de Amerikaanse première van “Pelléas et Mélisande”, wat de directeur van de rivaliserende Metropolitan Opera, Giulio Gatti-Casazza, ertoe aanzette, Debussy een contract aan te bieden voor drie operaprojecten, waaronder “Le diable dans le beffroi”. De andere waren “La légende de Tristan” en “La chute de la Maison Usher”. Desalniettemin werd het werk nooit afgemaakt. Het enige dat er is zijn drie pagina’s met schetsen zonder tekst.

Ook “La chute de la maison Usher” is een onvoltooide opera in één bedrijf (verdeeld in twee scènes) op een eigen libretto, gebaseerd op het kortverhaal “The Fall of the House of Usher” van Edgar Allan Poe. Debussy werkte tussen 1908 en 1917 aan de partituur, maar maakte die nooit af. In 2004 voltooide en orkestreerde Robert Orledge het werk met behulp van Debussy’s ontwerp. Zijn reconstructie is verschillende keren uitgevoerd en werd ook opgenomen op dvd (Capriccio 93517). De eerste Duitse enscenering van de reconstructie van Orledge vond plaats in Mannheim in 2019, uitgebreid tot 90 minuten met andere muziek van Debussy.

Pianist, Nicolas Horvath (°1977) begon zijn muziekstudie aan Académie de Musique et de Théâtre Prince Rainier III in Monaco en maakte al snel indruk op een aantal artiesten die zijn mentor zouden worden. Op 16-jarige leeftijd trok hij de aandacht van de Amerikaanse dirigent Lawrence Foster voor hij in contact kwam met vooraanstaande internationale pianisten, zoals de bekende Liszt-specialist Leslie Howard, Gabriel Tacchino, Philippe Entremont en Éric Heidsieck. Nicolas Horvath heeft talloze prijzen gewonnen, waaronder de eerste prijs op zowel de Scriabin als de Luigi Nono Internationale Wedstrijden.

Hij staat bekend om het spelen van concerten van ongewone duur, soms langer dan twaalf uur, zoals de 15 Klavierstücke van Karlheinz Stockhausen en de nachtelijke uitvoering van de complete pianomuziek van Erik Satie in Parijs voor een cumulatief publiek van 14.000 mensen. In 2019 speelde hij samen met Philip Glass op dezelfde locatie een programma gewijd aan de pianomuziek van Glass.

Florient Azoulay (°1975) is een Franse toneelschrijver, regisseur, auteur, vertaler, leraar en acteur geboren in Cagnes-sur-Mer. Na zijn studie dramatische kunst aan het Conservatorium van Nice en moderne literatuur aan de Universiteit van Nice Sophia Antipolis, waar hij geïnteresseerd raakte in de relatie tussen schilderkunst en theater, verzorgde hij de eerste universitaire editie van de toneelstukken van de in Nice geboren, symbolistische schilder, Gustav Adolf Mossa (1883-1971) die 40 jaar lang, curator van het prachtig Musée des Beaux-Arts in Nice was, gevestigd in het vroegere zomerpaleis van de Russische Prinses, Elizaveta Vasilievna Kochubey. Daarna werd Florient Azoulay de dramaturg van de bekende Jacques Weber, de toenmalige directeur van het théâtre de Nice, Centre dramatique national Nice-Côte d’Azur. Samen met Xavier Gallais is hij artistiek en educatief directeur van de toneelschool, (création et formation), “La Salle blanche” in Parijs.

Professor Orledge (°1948) werd geboren in Bath, Somerset en studeerde aan de City of Bath Boys ‘School (1958-65) en aan Clare College, Cambridge (1965-71), waar hij in 1968 een BA (Hons) Music-graad behaalde en een MA in 1972. Hij promoveerde in 1973 op zijn proefschrift: A Study of the Composer Charles Koechlin (1867-1950). In 1964 ontving hij het diploma Associate of the Royal College of Organists (ARCO). In 1971 werd hij benoemd tot docent bij de afdeling muziek aan de universiteit van Liverpool. In 1980 werd hij gepromoveerd tot hoofddocent en daarna tot Senior Lecturer, en van 1991 tot 2002 was hij professor. © 2020 Stretto

Deze cd snijdt vele kwesties aan. Ten eerste de muziek. Bijna alle werken zijn niet eerder opgenomen en alleen bekend bij de grootste Debussykenners. Het zijn allemaal aanzetten tot theatercomposities die hij om onbekende redenen niet heeft afgemaakt. Debussy begon aan vele opera’s en voltooide er slechts één, Pelléas et Mélisande (1902). De meeste composities op deze cd zijn van later datum en bleven onvoltooid, naar verluidt omdat hij zich niet wilde herhalen maar niet kon loskomen van het ene voltooide werk. We krijgen hier die composities in een versie voor piano (andere zijn er meestal niet), maar wie de orkestraties van een enkel deel kent, moet erkennen dat de orkestversie veel sterker is. De oorspronkelijke pianocomposities uit deze jaren zoals Estampes, Images, Préludes en Etudes zijn ook veel sterker dan deze aanzetten. Misschien vond ook Debussy dat het niet helemaal geslaagde werken waren en liet hij ze daarom achter. Vervolgens schonk zijn weduwe allerlei velletjes aan vrienden zodat nog steeds in nalatenschappen manuscripten worden ontdekt. Wat zegt dit over de werking van zijn creativiteit? Moest hij vele pogingen doen voordat hij tevreden was en publiceerde hij vervolgens alleen het sterkste?

De composities zijn niet alleen van Debussy. De voltooier, de Engelse Debussy-kenner Robert Orledge, bemoeide zich met de stukken en aarzelde niet passages toe te voegen. De grootste inbreng had hij in Un jour affreux avec le diable dans le beffroi. Het materiaal werkte hij om tot een virtuoze parafrase die veel pianistischer klinkt dan de andere composities op de cd. Het libretto ervan wordt verteld in het Frans, maar is van Orledge en gebaseerd op een libretti van Stephen Wyatt, geboren in 1948, en wordt hier gebracht als monoloog. Ook de pianist deed een duit in het zakje. In de pianoversie van A Night in the House of Usher voegde hij een eigen cadens toe.

Ik had liever gezien dat Orledge en Horvath hun neiging tot eigen creativiteit hadden ingetoomd, maar waarschijnlijk hadden we dan niet deze cd gehad, omdat het overgeleverde materiaal gespeeld zonder enige opsmuk veel saaier is. De pianist speelt goed, maar ik wil graag weten hoe hij omgaat met oorspronkelijke composities. De vragen die ik oproep in deze recensie kan ook Orledge in zijn uitstekende toelichting niet beantwoorden. © 2020 Opus Klassiek

An altogether fascinating study of what might have been. © 2020 Musical Opinion

This recording is solid and well worth your time and money, especially if you are in the mood for Debussy’s more obscure works, including sketches and incomplete drafts.

Horvath has a gift for interpreting contemporary works and is a prolific performer of Philip Glass. His playing is incredibly sensitive and full of color. Listeners get a sense of Debussy “in progress”. Some of these works are opaque and difficult to interpret, such as the disjointed ‘Toomai des Elephants’, where there is little momentum. He is still able to project suspense in that work. … I also especially enjoy the short King Lear suite. © 2020 American Record Guide Read complete review on American Record Guide

Interesting overall… © 2020 BBC Music Magazine Read complete review

The piano playing by Nicolas Horvath is brilliant, imaginative and convincing throughout this performance. And let’s not forget the two perfectly spoken narrations by Florient Azoulay.

…this is essential listening for all Debussy enthusiasts who see beyond the one or two potboilers normally presented to the listening public. © 2020 MusicWeb International Read complete review

So pleased to listen the unknown Debussy proposed by Horvath Nicolas on his brand new CD (with lots of interesting comments within the booklet). Amazing unfinished pieces for piano completed by Robert Orledge, wonderfully performed by a passionate pianist !

Attention, pianist friends : This new release of unknown Debussy piano music looks absolutely fascinating. It’s played by the incomparable Nicolas Horvath, so this one’s well-worth exploring.

There are some interesting pieces on this disc. I was especially drawn to the items from Le Martyre de San Sebastien and A Night in the House of Usher—the latter from his unfinished opera. There is also a complete reworking of No-ja-li and an early version of The Girl with the flaxen hair. All well worth hearing and here splendidly performed by Nicolas Horvath. © 2020 Lark Reviews

For admirers of the composer Debussy, this disc of unfamiliar pieces will be the sheerest catnip. Admittedly, there are no undiscovered masterpieces here, but every note bears the composer’s very distinctive fingerprints—there is no juvenilia sounding like (say) Schumann, as Debussy was finding his compositional feet. Robert Orledge’s research into Debussy’s sketches and incomplete drafts has resulted in the unearthing and reconstruction of numerous lost pieces, here performed by the Steinway artist, Nicolas Horvath, the album features unknown versions of famous works such as La Fille aux cheveux de lin alongside the ecstatic Prélude de l’Histoire de Tristan. © 2020 Classical CD Choice

Incredible Debussy album that unearths his mythical incomplete works like the bewitching Palais du silence and the two operas after Edgar [Allan] Poe.

An exciting record. © 2020 Musique classique & Co

The booklet with this discs gives a suitably detailed explanation how this ‘Unknown Debussy’ came to be unearthed by Robert Orledges while researching for a book.

He explains that Debussy was always planning theatrical stage works that never came to fruition, this disc guiding us through the ‘bits and pieces’ that he left, many unfinished, and which have been pieced together and, in some cases, finished in modern times. To reiterate those words would be a lengthy exercise, suffice it to say that anyone interested in Debussy will have a fascination with this disc extending to a generous eighty-four minutes of music. Here and there you find a fleeting moment of music you will recall hearing elsewhere, the disc opening with six Preludes for various projects including the snippet of the work that became The girl with flaxen hair. More extensive we have a completed version of his intended Chinese ballet, No-Ja-Li, and as far as he achieved in the incidental music for a production of Shakespeare’s play King Lear. Add the creepy atmosphere of Un Jour Affreux avec Le Diable dans le Beffroi and A Night in the House of Usher, and I hope it will have sparked your interest into performances of the music here played in their piano format, the booklet inferring that they were primarily intended for orchestra. The French-born, Nicolas Horvath, has already added much of interest in a number of composers in critically acclaimed recordings for Grand Piano. There is much to test the soloist’s outgoing technical virtuosity, Horvath outstanding in creating the multiplicity of colours demanded. It will then be a matter of personal taste whether you enjoy the use of a 1926 Steinway piano that adds something in period authenticity. © 2020 David’s Review Corner

Robert Orledge’s research into Debussy’s sketches and incomplete drafts has resulted in the unearthing and reconstruction of numerous lost masterpieces, the piano versions of which are given their premiere recordings here. Unknown versions of famous pieces such as La Fille aux cheveux de lin and an unused movement from Le Martyre de Saint Sébastien appear alongside the ecstatic Prélude de l’Histoire de Tristan. This uniquely valuable program also includes the life-affirming suite for No-ja-li (Le Palais du Silence) with narration. © 2020 Records International

A passionate journey through the work of Claude Debussy, beautifully served by Nicolas Horvath’s rigorous and sensitive interpretation. © 2020 Inactuelles, musiques singulières

Nicolas Horvath a minutieusement regroupé une intéressante sélection de pièces inconnues dont certaines en brouillon, exhumées par le musicologue anglais Robert Orledge. Sur un total de 8, les 6 Préludes oubliés, particulièrement développés, figurent, révélés en premier enregistrement mondial. Certaines ont été transcrites, d’autres complétées. Claude DEBUSSY (1862-1918) les a élaborées entre 1902 et 1917.

À remarquer, également en première mondiale : la participation du narrateur Florient Azoulay à la plage 10 : No-Ja-Li, Le Palais du silence, Ballet chinois (1914, complété en 2005 et 2014) et à la pl. 15 : Un jour affreux avec le diable dans le beffroi (The Devil in the Belfry d’Edgar Allan POE, 1902/3, transcription 2018) ; inspiré du même auteur : A Night in the House of Usher (Une nuit dans la Maison Usher, 1915-1917, transcription 2010) ; Le Roi Lear (entre 1904 et 1908, complété en 2004 et 2018).

Nicolas Horvath (né en 1977 à Monaco), Lauréat de l’Académie de Musique Prince Rainier III, puis, après un passage à l’École Normale (Paris), s’est spécialisé dans la composition électroacoustique et a remporté de nombreux Concours internationaux. Pour ce programme, il a retenu un piano Steinway modèle C (1926, donc de la même époque).

Cette belle réalisation illustre le problème des transcriptions, compléments et arrangements en vue de l’interprétation dont s’acquitte avec une grande maîtrise et une haute musicalité le pianiste talentueux. Une avancée de plus au service du compositeur contemporain notamment de Maurice Emmanuel (1862-1938) : DEBUSSY autrement. © 2020 L'éducation musicale

Robert Orledge s’est immergé dans les manuscrits de Debussy, collationnant des feuilles éparses, retrouvant des versions originales d’œuvres mieux connues dans leurs rédaction finales, dévoilant des esquisses inédites ou des versions d’œuvres orchestrales ou lyriques que Debussy nota au piano, pour le strict usage de son atelier de musique, Nicolas Horvath a choisi d’en tirer un disque plein à ras bord (quasi quatre-vingt-cinq minutes de musique), où l’émotion l’emporte sur la découverte.

Il faut dire qu’il joue ici un magique Steinway de 1926 (le numéro 248200), où la magie des rouleaux laissés par Debussy semble se réincarner, clavier sans marteau, piano d’onde.

Six préludes oubliés ouvrent l’album, des versions pour piano de passages de L’Enfant prodigue, de Rodrigue et Chimène, un Prélude à “L’Histoire de Tristan” abandonné, partition majeure pleine d’effets de cloches et de sonneries lointaines, les premières pages de La Fille aux cheveux de lin dans des harmonies différentes, une stupéfiante première version de Bruyères. Avec le Toomai des éléphants, c’est l’ultime Debussy qui paraît, abstrait, étrange, mystérieux : six minutes-trente d’une musique fascinante qui prouve que, rongé par le cancer, il s’échappait dans l’imaginaire du Livre de la jungle ou dans celui de Watteau : quelles étranges pages coulent de sa plume en 1915 pour incarner les Masques de ses Fêtes galantes.

Tout ici nous introduit dans la psyché du compositeur, au plus secret de son art, jusqu’aux rares mélodrames dont l’existence n’était connue que des plus fervents debussystes. Florient Azoulay rejoignant Nicolas Horvath pour dire les narrations du ballet chinois No-Ja-lie (Le Palais du silence, 1914, autre projet empêché par la maladie) ou celles plus attendues d’Un jour affreux avec le diable dans le beffroi où semble passer Ce qu’a vu le vent d’Ouest, écho de la fascination de Debussy pour l’univers d’Edgar Allan Poe dont il illustra une autre des Histoires extraordinaires avec les accents désolés, le piano tour à tour panique ou mystérieux avec lequel il dépeint A Night in the House of Usher.

L’ajout de toutes ces pièces qui augmentent considérablement le catalogue pianistique de Debussy, et éclairent par nombre d’entre elles son ultime période créatrice, fait un voyage musical saisissant, quel bonheur qu’il ait trouvé un musicologue aussi averti que Robert Orledge, un pianiste si inspiré et un piano si troublant. © 2020 ARTAMAG’

Un très beau Debussy au bois dormant

Un Debussy redécouvert, complété, transcrit par le musicologue Robert Orledge puis porté au disque par le pianiste Nicolas Horvath. Le tout publié chez Grand Piano, Naxos. Voici donc un « Debussy au bois dormant » parce que tiré de son sommeil. Un Debussy troublant qui pose une question à laquelle nul ne peut répondre que de façon personnelle. Peut-on achever l’oeuvre laissée à l’état d’ébauche ou mise de côté par un compositeur ?

D’une rencontre entre Debussy, un pianiste et un musicologue

Ils travaillent ensemble depuis de nombreuses années. Une intégrale Satie, des découvertes et un beau jour, une sorte de confession. Le musicologue et spécialiste de musique française Robert Orledge, professeur émérite de l’Université de Liverpool, confie au pianiste Nicolas Horvath que son véritable amour, ce n’est pas Satie mais Debussy. Ah ! Un autre jour, par la poste, arrive chez le pianiste une enveloppe pleine de partitions. Il s’agit d’oeuvres rassemblées après de longues années de travail sur les manuscrits du compositeur. Nicolas Horvath s’exclame. « Ce travail, complètement fou, dormait depuis des années. Proposé à quelques pianistes, il n’avait jamais vraiment intéressé. Pour moi, il valait de l’or. »

Le compositeur qui préférait inventer des idées…

Robert Orledge s’intéresse à la musique de Debussy depuis les années 1980. En 2004, tout jeune retraité de son poste d’universitaire, il s’attelle à un nouveau projet de longue haleine : « tenter d’assembler des esquisses et des ébauches de Debussy pour en faire des partitions achevées. » Celles-là mêmes que Nicolas Horvath recevra plus tard par la Poste. Parce que Claude Debussy, ce sont des oeuvres projetées mais pas toujours terminées, des partitions jamais commencées, des projets sous forme « d’esquisses alléchantes », parfois à moitié finis, ou terminés mais orchestrés par d’autres.

Dans un livret documenté et précis, Robert Orledge explique la philosophie de travail de Debussy, et sa psychologie. « Comme si, pour lui, donner naissance à de la musique avait plus d’importance que peaufiner sa sonorité, lui qui était pourtant un orchestrateur plein d’imagination dès qu’il trouvait le temps et l’énergie pour s’atteler à cette tâche. Il semble aussi qu’il préférait inventer des idées plutôt que d’en faire des oeuvres achevées. Cependant, malgré les lacunes de nombre de ses esquisses (absence de clés, d’armature, de nuances, de phrasé…), les notes sont d’une précision surprenante, qu’elles puissent être comparées ou non à celles d’une ébauche ultérieure. » Voilà l’histoire. Reste la question : Peut-on achever l’oeuvre laissée inachevée par l’artiste ? Et un disque magnifique, qui propose un chemin, et laisse la question… ouverte.

Un Debussy au bois dormant

En 84 minutes et 48 secondes, Nicolas Horvath guide l’auditeur sur un chemin inconnu, inédit et créatif. Les oeuvres qu’il interprète ont toutes une histoire et quelque chose à voir avec un réveil de la musique de Debussy d’entre les partitions oubliées ou parcellaires.

On est ainsi guidé de Préludes oubliés et reconstitués en esquisse achevée (Petite valse). De tableaux d’un opéra-ballet exhumés puis terminés (Les masques) en ballet chinois (No-Ja-Li) ou encore de transcriptions saisissantes (Un jour affreux avec le diable dans le beffroi, A night in the house of Usher). Pour ceux qui jugent sacrilège de terminer l’oeuvre inachevée, l’écoute sera difficile. Pour ceux qui entendront la sensibilité du jeu de Nicolas Horvath, une expérience enrichissante et intellectuellement stimulante les attend.

L’inachevé doit-il rester inachevé ?

La question est au coeur de cette aventure. Un livret extrêmement riche (et non limité à deux mille mots) emmène le lecteur au plus près du travail conjugué de Debussy et de Robert Orledge. Quant au pianiste Nicolas Horvath, face à son piano, il n’impose nullement une réponse.

« Beaucoup d’oeuvres n’ont pas été terminées par Debussy. Je pense à « Un jour affreux avec le diable dans le beffroi » ou à « A night in the house of Usher ». Je sais très bien que certaines critiques trouveront le projet curieux. Ils pourraient dire que les oeuvres qui sont inachevées doivent rester inachevées. Cette question est véritable et me dépasse en tant qu’interprète. Bien sûr, Robert Orledge n’est en mesure d’y répondre puisqu’il a décidé de terminer le travail de Debussy. Voilà donc pourquoi j’ai posé la question à quatre grands professionnels. Un compositeur célèbre, un musicologue qui est en même temps journaliste, une psychanalyste et un philosophe. Chacun réfléchit sur le concept de l’inachevé, et moi j’ai intitulé le chapitre ainsi : Doit-on parachever l’inachevé ? »

Régis Campo, Marie-Lise Babonneau, David Christoffel et Yannis Constantinidès s’interrogent donc et répondent à la question du pianiste. Chacun sa sensibilité. Chacun son intelligence et sa culture. Tous apportent une lumière précieuse au questionnement, faisant de ce disque un bel objet de réflexion. Mais c’est au compositeur Régis Campo que revient le dernier mot le plus jubilatoire : « Maintenant soyons mythomane et mégalomane : qui s’occupera de mes propres brouillons et oeuvres inachevées dans cent ans ? J’accorderais bien post-mortem à une âme charitable ce valeureux travail, mais à la condition qu’il s’accomplisse dans une folie amoureuse ou irrationnelle. Et j’applaudirais ému et reconnaissant. Tel un fantôme orgueilleux, caché au fond de la salle de concert. »

Une déclaration d’amour à Debussy

C’est bien d’amour qu’il s’agit au fond et c’est ce que nous retiendrons. Robert Orledge et Nicolas Horvath aiment Debussy, jusqu’à aller le quérir bien qu’il soit endormi. Cet amour est sous chaque note du piano très travaillé de Nicolas Horvath. Et cet amour, on le ressent tel un coup de foudre dès les premières notes de l’Enfant prodigue et du bijou « A night in the house of usher ». © 2020 Gang Flow

À part les étonnants chromatismes du Toomai des éléphants, , l’essentiel est assez bien connu (des réductions de musiques scéniques, des versions alternatives de tubes…) et sa nouveauté peut échapper, mais l’atmosphère de l’ensemble reste délicieuse, et je suis frappé par la beauté de timbre obtenue par Nicolas Horvàth (alors que Grand Piano ne flatte pas forcément de ce point de vue), chaque attaque chante avec rondeur, sans empêcher une belle variété de textures.

De quoi renouveler son Debussy avec délices.

The Unknown Debussy, du pianiste Nicolas Horvath, le choix de Thierry Hillériteau

Le soin extrême que Claude Debussy portait à ses manuscrits autographes avait aussi son côté sombre… Une fâcheuse tendance à laisser ses brouillons inachevés, voire au stade d’esquisses. C’est ce que vient rappeler le fascinant album The Unknown Debussy, du pianiste Nicolas Horvath, qui vient de paraître chez Grand Piano (distribution Naxos).

Se basant sur les travaux de recherche et de reconstitution du musicologue Robert Orledge, professeur de musique à l’université de Liverpool, il redonne vie à une quinzaine de pièces inachevées, remplacées ou volontairement oubliées par le compositeur. Du prélude de l’opéra qu’il avait envisagé autour du mythe breton de Tristan, en réponse à celui de Wagner, à la toute première version d’une Fille aux cheveux de lin dont la simplicité et la concision tranchent avec la partition définitive. Des miniatures sous forme de préludes auxquelles répondent d’autres esquisses : comme les passionnants brouillons d’un fragment symphonique du Martyre de Saint-Sébastien, d’une musique de scène autour du Roi Lear ou encore de son projet de ballet chinois No-ja-li, ou le palais du silence, dont le passage ici proposé, basé sur un prélude de gamelan, s’accompagne de la narration du dramaturge Florient Azoulay.

De rares exemples des cinquante ouvrages que le compositeur destinait à la scène, et dont deux seulement finiront par voir le jour (Pelléas et Mélisande et Jeux). Autant de premiers enregistrements fascinants, dont le sentiment d’exhumation est renforcé par le jeu virtuose et évanescent d’Horvath, autant que par les sonorités feutrées du piano des années 1920 choisi pour ce disque. © 2020 Le Figaro

Faut-il achever une œuvre laissée inachevée par son créateur ? C’est la question délicate que pose ce bel enregistrement d’œuvres inconnues de Claude Debussy (1862-1918) par le pianiste Nicolas Horvàth, d’une part grâce au travail remarquable du musicologue américain Robert Orledge, grand spécialiste de la musique de Debussy, qui a redécouvert, complété et transcrit des œuvres inconnues du compositeur français, mais aussi grâce à des essais de la psychologue Marie-Lise Babonneau, du compositeur Regis Campo, du musicologue David Christoffel et du philosophe Yannis Constantinidès, qui accompagnent l’auditeur dans sa réflexion sur cette question de l’inachèvement. C’est un disque à bien des égards passionnant parce qu’il nous permet de redécouvrir l’œuvre d’un compositeur qui semble familier à beaucoup d’entre nous, mais qui garde encore beaucoup de secrets à dévoiler. Comme l’explique Orledge dans le livret, Debussy rencontrait des difficultés à achever ses œuvres, et a laissé de nombreux projets inachevés, comme par exemple l’Histoire de Tristan, un opéra qu’il avait l’intention d’écrire à partir de la version bretonne de la légende de Tristan et Yseult, Debussy considérant que Wagner avait déformé la légende, et dont il ne nous qu’une lettre avec une citation d’un des « 363 thèmes » de son futur opéra.

Loin des clichés sur la musique de Debussy, ce disque montre une face sombre du compositeur, inspiré par des œuvres très noires d’Edgar Allan Poe comme Le Diable au beffroi ou La Chute de la Maison d’Usher, encore la tragédie de William Shakespeare, Le Roi Lear, même le conte oriental No-ja-li ou le Palais du silence, un projet de ballet dont il reste uniquement des esquisses, laisse percer une angoisse sourde, l’angoisse du silence et de la mort, dans cette histoire d’un prince atteint de mutisme, qui impose le silence dans son palais à tous ses serviteurs ainsi qu’à son épouse et menace de la peine de mort ceux qui oseraient transgresser cet ordre. Le silence n’est-il pas ce qui menace fondamentalement tout musicien ? Voici la question, plus que celle de l’inachevé, que semble poser pour moi ce disque, mais aussi la musique de Debussy, une musique qui semble émerger mystérieusement du silence pour parfois mieux s’y dissoudre.

Comme le souligne une critique récente, et très fouillée, sur le blog Musiques inactuelles : « Nicolas Horvath joue sur un Steinway de 1926 aux résonances délicatement irisées qui plonge les notes dans un très subtil brouillard, les enrobe d’une douceur suave sans en altérer la clarté, et facilite des effets de cloche, accentue la profondeur, le mystère de toutes ces atmosphères que Debussy aime à tisser en fils spirituel (certes turbulent) de Verlaine et des Symbolistes. » © 2020 Beethoven et les autres

Disque Debussy incroyable qui exhume des oeuvres inachevées mythiques comme l’envoûtant Palais du Silence ou les 2 opéras d’après Edgar Poe. Si Debussy avait vécu longtemps,il aurait fait des chefs d’oeuvre d’angoisse à faire passer Berg pour du easy listening

Un disque passionnant. © 2020 Musique classique & Co

Une traversée passionnée de l’œuvre de Claude Debussy, magnifiquement servie par l’interprétation de Nicolas Horvath, rigoureuse et sensible. © 2020 Inactuelles, musiques singulières

Redécouvert, complété & transcrit par Robert Orledge, voici—interprété par le grand pianiste français Nicolas Horvath (www.nicolashorvath.com)—un véritable trésor, étonnamment ignoré jusqu’à ce jour.

Interprétations d’une extrême délicatesse, sans nulle préciosité toutefois…

Mehr als 50 Bühnenwerke hat Claude Debussy skizziert oder begonnen, nur seine Oper “Pelléas et Mélisande” und das Ballett “Jeux” vollendete er in kompletter Partitur. Aus der Fülle unvollendeter, später zurückgezogener oder ersetzter Werke stellt der französische Pianist und Dark Ambient-Komponist Nicolas Horvath 16 Stücke auf seiner neuen CD vor. Rekonstruiert, für Klavier bearbeitet und teilweise vervollständigt wurden sie von dem Musikwissenschaftler Robert Orledge, der sich seit Jahren mit dem Nachlass Debussys beschäftigt. Die Palette reicht von frühen Versionen bekannter Stücke wie “La Fille aux cheveux de lin” aus dem ersten Buch der Préludes über einen getilgten Satz aus der monumentalen Bühnenmusik “Le Martyre de Saint Sébastien” bis hin zu Bühnenmusiken für Shakespeares “Lear” und einem von der indonesischen Gamelan-Musik inspirierten Ballett mit dem Titel “No-Ja-Li”. Ob Debussy mit Orledges Fassungen, die in einigen Fällen von einem Sprecher zu Melodramen ergänzt werden, glücklich gewesen wäre, mag man bezweifeln. Spannend bleiben diese Erkundungen dennoch, auch wenn Horvath dem gewählten Steinway von 1926 bei aller Virtuosität einen gelegentlich allzu dunkel-orakelnden “Ambient”-Sound entlockt. Anderes klingt gerade in den auratisch-schimmernden Farben des alten Instruments wunderbar geheimnisvoll. So ist der von Debussy später gestrichene Satz aus dem 3. Akt des “Martyre” eine Entdeckung. © 2020 Süddeutsche Zeitung

甘美な旋律で聴き手を恋に落としてしまうドビュッシーのピアノ作品。その名演も楽曲同様数知れずだが、このアルバムを聴くと1人の偉大な作曲家の才能を更に知らしめられる。ドビュッシーの研究家、ロバート・オーリッジによる補筆、編曲をGrand Pianoレーベルにフィリップ・グラスのピアノ・シリーズ等を録音しているニコラス・ホルヴァートが演奏。23分25秒に及ぶ“忘れられた前奏曲”はどこかしら印象画家の作風を感じさせられる。一方でナレーション付きの歌劇『鐘楼の悪魔』は斬新で驚嘆させられる1曲。収録楽曲中ほとんどが世界初録音。ドビュッシー好きなら、この1枚はじっくりと聴いておきたい。 © 2020 Mikiki

As últimas décadas do século XIX começaram a revelar um novo momento para as artes. Nas artes plásticas, na literatura, na dança e, claro, na música, artistas exploraram texturas, narrativas, movimentos e sonoridades que mostravam um ser humano em transformação em sua relação com o mundo. Claude Debussy foi um autor-chave nesse processo – e sua obra para piano, um microcosmos dessa atmosfera, que ecoa até hoje em partituras como a Suíte Bergamasche, Images ou em seus prelúdios. Professor emérito da Universidade de Liverpool, o musicólogo Robert Orledge quis mergulhar ainda mais nesse universo e selecionou uma série de peças e esboços abandonados pelo compositor, mas que, em sua opinião, ajudam a entender ainda melhor sua obra. Assim, ele recuperou obras como O rei Lear, Prelúdio à história de Tristão ou, então, o ciclo O palácio do silêncio, cujos fragmentos representam uma espécie de síntese da relação de Debussy com o piano. A interpretação cabe ao pianista Nicolas Horvath (grande especialista na obra de Liszt), acompanhado em algumas peças por Florient Azoulay na narração. Fascinante. © 2020 Revista Concerto